Dat planten licht nodig hebben om te groeien weten we allemaal. Maar dit is een erg simpele en korte uitleg. Hoe zit hun groeicycli werkelijk in elkaar ten opzichte van het spectrum? Met andere woorden, welk spectrum beïnvloed welke fase in de groeicycli? Belangrijke vragen om te kunnen bepalen welke LED lamp nodig is of het beste bij jouw gewas past, want het aanbod op de LED markt is groot.
Welke kenmerken van een LED lamp bepalen uiteindelijk de opbrengst/kwaliteit van uw gewas? Het is te simpel en niet correct om alleen naar de lumen waarde te kijken. Lumen zegt vooral iets over de hoeveelheid licht wat het menselijk oog kan zien. Maar planten hebben (ook) andere delen van het spectrum nodig. Dit wordt aangegeven door het PAR (Photosynthetically Active Radiation) vermogen. Het PAR zegt iets over de hoeveelheid licht die de plant gebruikt voor fotosynthese. Hoe hoger het PAR vermogen, des te meer energie een plant uit het licht gebruikt en omzet in voeding om te groeien. De lichtgolflengte van het PAR-spectrum zit ongeveer tussen de 400nm en 720 nm. Het is dus belangrijk om naar een combinatie van factoren te kijken om te kunnen bepalen of een LED lamp geschikt is voor uw wensen.
De lichtbehoefte per fase in de groeicycli
Planten gebruiken sommige kleuren binnen het PAR spectrum meer dan andere, met name golflengte van blauw licht (400nm – 500nm) en rood licht (620nm – 700nm). Maar hoe weet je wat de PAR dichtheid is bij een LED lamp? Dit kun je terug zien bij de PPFD (Photosynthetic Photon Flux Density) waarde, geschreven als µmol. Hieronder zijn de waardes omgezet in de behoefte per fase in de groeicycli:
- 200-400 µmol: Dit is licht van lage sterkte. Dit licht kan goed gebruikt worden voor zaailingen en klonen.
- 400-600 µmol: Dit is licht met gemiddelde sterkte. Dit licht is prima geschikt voor vroege groenten en stekken.
- 600-1000 µmol: Dit is licht met een hoge sterkte. Hiermee bereik je de beste ontwikkeling van groei en bloei.
Nu we dit weten, kunnen we gaan kijken welke kleuren bij welke fase horen.
Rood en blauw licht
Een plant maakt vooral gebruik van het blauwe en rode licht uit het lichtspectrum. Hierin heeft de plant blauw licht voornamelijk nodig om goed en sterk te groeien. Hiermee ontstaan onder andere de vorming van chlorofyl, de ontwikkeling van chloroplasten en de aanmaak van enzymen. De plant gebruikt het rode licht tijdens de bloeifase. Dit is dan ook de reden dat de meeste LED lampen voorzien zijn van blauw en rood licht, omdat hiermee de fotosynthese gestimuleerd word. Deze lampen worden ook wel Full-Cycle lampen genoemd. Rood licht, gebalanceerd met het blauwe licht, kan tijdens de gehele groeicycli gebruikt worden. Van zaad tot oogst. Er zijn ook full cycle LED lampen waarbij u de intensiteit van het rode en blauwe licht aan kan passen. Daarnaast is er uiteraard ook de keuze om verschillende lampen te gebruiken voor de verschillende fase binnen de groeicycli.
Daarnaast zijn er ook LED lampen die naast de hoofdkleuren rood en blauw, ook andere kleuren aanbieden om een zo gebalanceerd mogelijk spectrum aan te bieden wat vergelijkbaar is met de zon, de welbekende full-spectrum lampen.
Ultraviolet (UV) licht
UV straling kennen we vooral van het effect op de mens. Wij maken melanine aan om ons tegen de zonnestralen te beschermen wat het bekende en populaire bruine huid gecreëerd. Ook planten worden van nature blootgesteld aan UV straling wanneer deze in de natuur groeien. In sommige gevallen geld dit ook voor bloemen en vruchten en is de kleur te verbeteren middels UV-straling. Boeren die op grote hoogte werken beweren dat hun planten vaak meer vruchten produceren. Dit is dan ook de reden dat vele telers geloven dat het zeer nuttig is om een beetje UV licht te gebruiken. Het is wel belangrijk om daarbij aan te geven dat teveel blootstelling aan UV-straling niet goed is. Schade aan DNA, negatief effect op de fotosynthese en plant mutaties kunnen een gevolg zijn en schadelijk voor de mens.